Toen het bestuur van Stichting Manege De Boerskotten aanklopte bij Martin Olde Weghuis met de vraag voorzitter te worden, was het precies aan het goede adres. Olde Weghuis voldeed namelijk aan alle drie voorwaarden: iets hebben met paarden, met sport en met Zuid-Berghuizen. Dus is de man die niet alleen van alle commerciële markten thuis is maar met zus Anja ook nog eens een café bestiert, sinds oktober voorzitter van de manege aan de Boerskottenlaan.
Rond de zomervakantie vorig jaar had hij al een paar gesprekken, in eerste instantie met Wim Reef. Reef vervulde de functie van eerste man bij de manege, waar mensen met een beperking paardrijden, liefst zestien jaar. Martin Olde Weghuis werd feitelijk gevraagd Reef op te volgen door Ivo Lubbers. Zakelijk onderhoudt hij daarmee connecties en ze kwamen min of meer toevallig in gesprek. Op de vraag wat hij heeft met sport kan hij snel antwoorden. ‘Ik zit al vijf jaar in een groep, die sport en innovatie bij elkaar moet brengen. Dat wordt betaald door het ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport (VWS). Dan gaat het over preventie in de sport, beweegbrieven, Nederland in Beweging en meer van die zaken. Ik houd me op dit vlak bezig met alles wat MKB-ondernemers betreft. Daarnaast ben ik nu kwartiermaker voor het Sport Innovatie Centrum Twente, dat komt in een bedrijfsverzamelgebouw in het oude ziekenhuis in Enschede.’
Hij is al een paar jaar weg bij Koninklijke ten Cate, waar hij onder meer bezig was met kunstgras componenten. Martin Olde Weghuis heeft tegenwoordig een eigen bedrijf. Twee tot drie dagen in de week coacht hij MKB’ers, die toe zijn aan een volgende fase in hun bedrijf. Hij is een bezige bij, want hij is ook nog eens voor vijf procent aandeelhouder in een bedrijf in kogelvrije vesten en aandeelhouder in een firma die waterleidinginstallaties maakt in Maleisië en Zuid-Afrika. Met paarden heeft hij ook iets. Lachend: ‘Ik heb een schuur aan de Hinmanweg met weiland, waar onze dochter Tess een paard heeft lopen. Toen ik met het verhaal van de manege thuis kwam zei zij: ‘Pa, dan wordt het nu tijd dat je iets voor de maatschappij doet in plaats van rondreizen over deze aardbol. Dit is een mooie klus voor jou.’
Vanzelfsprekend heeft hij iets met Zuid-Berghuizen. Hij is er zoals velen weten geboren en getogen. Opa en oma dreven een café aan de Enschedesestraat, de familie had daar een kruideniers- en galanteriewinkel en heden ten dage runnen Martin en zijn zus Anja met hun Team Olde Weghuis naast hun werk het nog altijd bestaande nostalgische café. Iedereen in Zuid-Berghuizen weet waar men moet zijn als het gaat over Tante Leida of ’n Branderd, de bijnamen van de populaire ‘dorpskroeg’ annex zalencentrum.
Martin Olde Weghuis begon niet een, twee, drie aan de uitdaging. Want: ‘Ik heb na het gesprek met Wim Reef eerst enkele gesprekken gehad met het bestuur. Wat willen we, waar gaan we naar toe en ik hechtte er vooral waarde aan dat enkele drijvende krachten zouden blijven. Zoals instructrice Melita Vosmer en een nieuwe kracht, die naast de grote groep vrijwilligers heel belangrijk zijn. Kijk, besturen is leuk maar in de dagelijkse praktijk heb je deze mensen nodig. Als die niks met mij zouden hebben, moet ik het zeker niet doen, had ik me bedacht. Maar het waren hele leuke gesprekken.’
Sinds vorige maand is Martin Olde Weghuis zoals gezegd in functie bij de manege. Inmiddels weet hij ook dat er heel wat moet gebeuren. Het bestuur bestaat nu uit vier personen, maar in de ogen van Martin moeten er sowieso twee bijkomen. ‘Anders is het niet te doen.’ Wat gaf de doorslag om in te stemmen? Alleen de mening van dochter Tess? ‘Ja ook, maar ik doe het vooral voor de glimlach. Als je ziet hoe blij de deelnemers daar zijn, daar kun je honderd verhalen over schrijven, maar dat moet je gewoon zien op zaterdag.’ Op zaterdagochtend heeft hij tijd er te gaan kijken. Hij roemt nu hij al een beetje gesetteld is de rol van de vrijwilligers. ‘Als je je realiseert dat hun belangrijke werk in gevaar komt, als er geen bestuursleden zouden zijn, nee, dat kan gewoon niet.’
Martin Olde Weghuis is niet van plan weg te lopen voor de ambities en uitdagingen die er liggen. Zoals een gezonde begroting. Nu wordt er beperkt verlies gedraaid. Verder wordt er een flink stuk bij de manege aangebouwd om de dagopvang van Aveleijn onder te brengen en een goede plek te geven. Met nieuwe toiletten en een betere ontvangstruimte. ‘De cliënten van Aveleijn die hier komen voeren onder meer de paarden en maken de stallen schoon. Ze zijn aangewezen op een prikkelarme omgeving. Zo gauw de lessen beginnen, zijn de mensen van de dagopvang weg.’
Om in alle plannen te voorzien moeten meer uren worden afgenomen. Door bijvoorbeeld Aveleijn en een andere partij waarmee, net zoals met de gemeente, op dit moment op bestuurlijk niveau wordt gepraat. ‘Ik ben nu alleen maar aan het masseren en aan het kijken wat de volgende stap wordt’, aldus Martin Olde Weghuis. Hij vraagt zich wel af waarom alleen de gemeente Oldenzaal financieel een duit in het zakje doet. ‘Terwijl maar dertig van de negentig ruiters uit Oldenzaal komen.’ Met de huidige bezetting van personeel en vrijwilligers, de beschikbare uren en de ruimte kan worden uitgebreid naar honderd tot 110 deelnemers. Parool van Martin Olde Weghuis is wel dat met meer ruiters en amazones de rust bewaard moet blijven, maar dat het in Manege De Boerskotten wel meer moet gaan bruisen. Vrijwilligers zijn er gelukkig genoeg, weet de voorzitter. ‘Die hebben daar elk voor zich ook zo hun eigen plekje. Het is echt een gouden team’, deelt hij een ferme schouderklop uit.
Wat hij heeft waargenomen is dat ouders of verzorgers vaak volop meegenieten. ‘Dat zie je als hun zoon of dochter op het paard zit en zij er zichtbaar blij naast lopen. Blij dat hun kind gezond beweegt en het naar de zin heeft. Ongelooflijk wat er dan aan energie vrijkomt.’ De doelgroep, legt hij uit, moet wel blijven bewegen om de zorgkosten laag te houden. Helaas, klinkt het enigszins teleurgesteld, staan daarentegen de verzekeringsmaatschappijen niet in de rij om bij te dragen aan het werk in de manege. Zijn taak, benadrukt hij, zal dus vooral het opstellen en realiseren van een gezond businessmodel zijn. Hoe belangrijk is de rol van Melita Vosmer, de vrouw die de manege al decennia gaande houdt? Martin Olde Weghuis: ‘Melita is de topper. Super belangrijk. Maar daarin zit ook het grootste afbreukrisico. Want als zij wegvalt… Gelukkig hebben we er nu een vrouw bij, die ook ideeën heeft.’ Met het hele team, zegt de voorzitter, moeten ideeën worden ingepast. Zoals bijvoorbeeld een paardencoach, die in de daarvoor zeer geschikte omgeving van de manege aan het werk zou kunnen met autistische kinderen. Of de aanleg van een jeu de boulesbaan.
De manege bestaat al sinds 1974. Martin Olde Weghuis wil trachten met de voorziening ‘meer uit het hoekje’ te komen. ‘Meer bekendheid, meer aansluiten bij de sportverenigingen in Oldenzaal en bij het hele maatschappelijke gebeuren in de stad. De manege lag altijd een beetje achter de fabriek van Zwartz verstopt. Nu er een woonwijk komt, kom je een beetje meer in de bewoonde wereld.’ Hij komt uit wat hij zelf noemt een ‘wilde wereld.’ ‘Ik heb echter veel zin en veel ideeën om deze klus te gaan doen. Maar het moet wel met beleid. Bij zo’n manege kun je niet overal als een wilde mee aan de gang gaan.’ Wat hij nog graag benadrukt is dat de manege onderdeel is van de maatschappij. ‘Daarom zal ik op vrijdagmiddag ook wel eens op de fiets stappen om bij bedrijven langs te gaan, die beogen iets te doen voor mens en maatschappij. De manege is een mooi doel.’