Zoeken

Stakenslinger 1: Albert Huttenhuis, timmernoaber

Charon slingert wat rond en slingert wat aan; een verbindingslint van interviews met wijkbewoners. Om te beginnen dichtbij huis aan de Stakenbeek bij…

Albert Huttenhuis, timmernoaber

Albert en ik lopen bij mekaar de deur niet plat. Dat zou ook niet lukken, want onze voordeur is even stevig als de trap in de Plechelmusbasiliek; allebei van Albert’s hand. Ik zou me geen betere start van deze ‘interview-estafette’ kunnen wensen. Oud-Markies Albert 3 (1994) is
 Berghuizenaar bij uitstek en voor mij een timmernoaber uit het juiste hout gesneden. Zodra ik de poort uitloop, vlak langs het bankje dat hij voor de buurt heeft gemaakt, sta ik bij hem voor de deur… in de wetenschap dat ie voor ons altijd ‘los’ gaat. Als ik een tijdje kwijt zou zijn, zou Albert me -samen met de burgermeester- eigenhandig weer ‘op de sokkel zetten’, net als hij drie jaar geleden bij het Boeskoolmenneke heeft gedaan. Da’s wel zo’n gerust gevoel.
 
Als ik informeer of hij even tijd heeft, antwoordt hij met de wedervraag: ‘Of hes wat te timmer’n ofsoa?’ Ik bied hem een Twentse-spreukentegeltje aan en zeg: ‘Ik wil gearn van oe wett’n:’
 
Woar bin ie van?
 
Albert Huttenhuis is als oudste zoon van een klompenmaker geboren op de Kleibult -in een tijd dat er nog geen straatnamen waren- en vanaf z’n 12e getogen in Oldenzaal, ‘want toen kwam Berghoezen bie de stad’. Hij herinnert zich de festiviteiten, waar hij vanuit de boerenschool naartoe mocht. Na de zevende klas, ter overbrugging tot hij dertien was en naar de ambachtsschool mocht, heeft hij van timmerleraar Ben Klein Goldewijk het vak geleerd. Met Ben heeft hij altijd goed contact gehouden en later samen de trap in de Plechelmusbasiliek mogen maken. Een hele eer. In zijn diensttijd kreeg Albert verkering met slagersdochter Joke Teussink, met wie hij in 1969 trouwde (‘voart wet heel Berghoezen dat wie straks 50 joar trouwt bint’) en aan de Kwartelstraat ging wonen. Samen kregen ze dochter Chantal en zoon Mark, inmiddels is hij trotse opa van Marijn. Na bij verschillende bedrijven werkervaring te hebben opgedaan, is Albert met Gerard Koop naast de steenfabriek in Losser timmerbedrijf Huko gestart. Op z’n vijftigste is hij in een nieuwe werkplaats voor zichzelf begonnen.
 
Woar kan ik oe van kenn’n?
 
Deze Albert Huttenhuis (Piep’n-Albert is de andere) heeft met de onderhouds- en investeringscommissie van FC Berghuizen een belangrijke bijdrage geleverd aan de eerste grote verbouwing, waarbij de bovenbouw werd gerealiseerd. Bij de club is hij al eens sportman en met het vierde elftal sportploeg van het jaar geweest, maar heeft hij door fysiek ongemak ook de pechprijs toegekend gekregen. Albert was graag blijven voetballen tot z’n zestigste, maar moest door een kuitbeenbreuk een jaar eerder stoppen. Wel is hij nog vijf jaar vaste vlagger van het 2e elftal geweest. Op koude dagen was dit soms afzien, maar de legendarische weekendjes weg had hij voor geen goud willen missen. Want naast een harde werker is Albert bovenal ook een gezelligheidsmens, die goede tradities graag in ere houdt. Met zijn oud-elftalleden en aanhang heeft hij sinds zijn jeugd alle mijlpalen gevierd en vormt hij alweer 25 jaar bowlingclub BUVOS (bowling uit voetbal ontstaan).
 
Daarnaast is Albert enthousiast vrijwilliger bij de jaarlijkse kerstmarkt en het multiculturele zomerevenement ‘Berghuizen in beweging’, dit jaar op 8 juli. Wijkbewoners die kunnen helpen met opbouwen en opruimen, worden van harte uitgenodigd.
Ooit mocht hij Jan Olde Kalter, Herman Polhuis en wijlen Bertus Huttenhuis met de auto naar de carnavalsoptocht in Gescher, net over de grens bij Ahaus, brengen. Nu nog komt ‘Quarto Animo’ elke vrijdagmiddag bij elkaar in Albert’s ‘hoofdkantoor’. Daar heeft ook de burgermeester en wethouder aan zijn bar gezeten, toen het originele Boeskoolmenneke eindelijk weer op z’n plek stond. ‘Ik mocht ‘m erop zetten, omdat ik een replica had gemaakt’. Deze heeft een jaar ter vervanging op de sokkel gestaan, voor het originele menneke bij een oud-ijzerboer werd teruggevonden.
 
Wat wo-j mie vertell’n?
 
In het gesprek met Albert wordt duidelijk hoeveel waarde hij hecht aan gemoedelijke gezamenlijkheid, waarbij mensen ook ruim na hun vijfenzestigste actief in het leven staan en iets betekenen voor elkaar. Hij heeft mooie herinneringen aan tijden waarin dit vanzelfsprekend was en vertelt grappige anekdotes over ludieke acties met de Spanvöggel en uit de hand gelopen buurtfeesten. Zo heeft Albert ooit eens de vleugels gemaakt, waarmee buurman Benny Brand wel even ‘oawer de Staak’nbeek zöl vleeg’n’. Toen al snel bleek dat vliegen niet voor Benny was weggelegd, heeft Albert een met v-snaar aangedreven constructie van trekker-binnenbanden gemaakt, waarmee hij compleet met pilotenbril en wapperende vleugels een geslaagde nieuwe poging waagde. 
In navolging van zijn vader en ooms maakt Albert met zijn neven op nieuwjaarsdag al 50 jaar een rondgang op de fiets. In de beginjaren was dit met alle ooms en tantes tussen Denekamp en Losser en een vaste tussenstop bij Kothman gekkenwerk (‘wie konn’n hoast nie oawer komm’n’), maar nog steeds wordt de traditie in ere gehouden. Dit geldt ook voor de jaarlijkse kampeervakanties naar de Ossiacher See in Oostenrijk, die de laatste decennia samen worden gevierd met de familie Bruns.
 
Met de verhuizing van de werkplaats naar het pand van leerwerkbedrijf de Werkwijzer gaat Albert in april een nieuwe uitdaging aan, waarbij hij zijn verbindende grondhouding meeneemt. ‘Over de invulling wordt nog gesproken, maar het is de bedoeling dat ik iets ga doen in de begeleiding van de werknemers… Komt tied, komt road!’, aldus zijn vaste lijfspreuk.
Niks is Albert te gek, zelfs ’t maken van een houten stamtafel met Quick-logo niet. Hij vindt het vooral dapper dat de opponent in een jarenlange voetbalvete uitgerekend hèm daarvoor benaderd heeft. ‘Het onderstel wordt Berghuizen-groen’, voegt hij er met een knipoog aan toe.
 
Woar wil ie mie op an hebb’n?
 
‘Ik stuur oe noar Carla Boerrigter!’ Albert kent haar als voorzitster van ‘Berghuizen in beweging’, maar ook van de gezellige uren langs de optocht in Gescher. Afgelopen keer hebben ze overgeslagen, maar in 2019 ‘geet’ mie nie wear mis!’
 
Wat breng ik van oe met?
 
Een officiële uitnodiging voor een gezamenlijk carnavalsfeest in Gescher…
‘en buurvrouw, ie ma’jt ok met!’