Charon slingert wat rond en slingert wat aan; een verbindingslint van interviews met wijkbewoners. Van de vogelbuurt fietst ze het Lossers Voetpad omhoog, de Postweg en stadsgrens over naar Jeannette Japink, met op de tong een gouden hart.
Woar bin ie van?
Jeannette is dochter van Herman en Annie Japink en opgegroeid aan de Enschedesestraat. Sinds de afslagen naar de A1 zijn aangelegd, wonen haar ouders wat verder van de straat, aan de Duivelsdijk. ‘Toen ze zeiden dat er bij ons voor de deur een McDonald’s kwam, hebben we allemaal hard gelachen van ongeloof. Maar toen het er eenmaal was, waren Ronald en ik al snel vaste klant.’
Jeannette kijkt als één na jongste van een gezin van vier kinderen terug op een beschermde, onbezorgde jeugd. ‘Mijn zus Irma woont nu in Overdinkel, broer Marcel aan de Enschedesestraat en ‘ons Jos’ op de Luttermolen, allemaal mooi in de buurt dus. We hadden thuis de ruimte en hebben alle beesten gehad, die je maar bedenken kunt, van damherten tot hangbuikzwijntjes.’
Die liefde voor dieren heeft Jeannette van haar vader meegekregen. Het gezin heeft een valkparkiet en twee honden; Bobby en Boes. Op het erf zijn verder een ezeltje, kippen en goudvissen te vinden.
Jeannette ging na de Bernardusschool naar de huishoudschool en de Intas in Enschede. ‘Dat was een tweejarige schakelopleiding voor verzorgende beroepen.’ Tussen de stellingen bij Bleckmann sprong de vonk over. ‘Ronald Boswinkel was mijn baas, hij zorgde er altijd voor dat ik in zijn team kwam,’ lacht Jeannette. Ze is een trouwe werknemer, in dertig jaar nooit weggegaan. ‘Waarom zou ik, ik werk er sinds de geboorte van Wout twee dagen per week en heb het er nog steeds naar mijn zin.’ Ronald werkt inmiddels bij Jordahl in Hengelo, een bedrijf in geveldragers en metselwerkondersteuning.
Zoon Wout is inmiddels veertien jaar en een ‘mooi’n lang’n kjeal’ aan ’t worden. Hij is helemaal op de plek op het erf; knutselt graag, heeft de kippen gekocht en een moestuin aangelegd. Jeannette vertelt trots: ‘Aan de Potskampstraat leert Wout voor timmerman. Toen ik met een jamkraampje in het park stond, verkocht hij daar zijn eigen vogelhuisjes en voederplankjes.’
Woar kan ik oe van kenn’n?
Tijdens een familiefeest fietsten ze langs het huis aan het Lossers Voetpad en hoorden ze dat het te koop stond. Samen met Monique Belderink, waarmee ze al sinds de huishoudschool bevriend is, maakte Jeannette toen spontaan een afspraak met de makelaar. ‘Het bleek ingewikkeld, maar het is ons gelukt met z’n vieren de woning te kopen. We waren er meteen over uit wie aan welke kant ging wonen en nog steeds zijn we blije buren.’
Het uitzicht vanaf de uitgebouwde woning, waar zowel de familie Boswinkel als de familie Belderink wonen, biedt aan alle kanten een prachtig uitzicht op het Twentse landschap. ‘De koeien van de buren lopen gelukkig nog gewoon in de wei, zoals ’t hoort,’ vertelt Jeannette. In tegenstelling tot haar man Ronald, die van oorsprong van achter ’t spoor komt, ‘maar dan aan de stadskant’, zag ze het meteen zitten om op deze plek te wonen. ‘Ronald was bang dat het hem buitenaf te stil zou worden, maar eenmaal gewend wil hij niets anders meer. We wonen in een hele fijne buurt, met lieve sociale mensen. Officieel vallen we onder de gemeente Losser, maar iedereen in deze buurt is op Zuid-Berghuizen georiënteerd. Daar voelen we ons het meeste thuis.’
Langs het fietspad verkoopt Jeannette sinds een jaar of drie verse scharreleieren, jam van de vele fruitbomen en struiken en zelfverbouwde seizoensgroenten. ‘Straks hebben we weer een grote partij bonen. Met wat we teveel hebben, maak ik graag andere mensen blij. Dat geeft me veel voldoening.’ Klanten komen uit alle windstreken, het geld kan worden achtergelaten in een potje zonder slot. ‘Dat gaat bijna nooit mis, behalve met de kermis en carnaval, maar ook dat geeft niet. Ik kies voor vertrouwen en pas de spelregels er niet op aan.’
Al sinds 1990 is Jeannette als vrijwilliger in manege Boerskotten te vinden. Op de maandagavond helpt ze mensen met een beperking, rugzakje of communicatieproblemen letterlijk in het zadel. Ze begeleidt de deelnemers en loopt mee met buitenritten. Daarnaast regelt ze de inkoop voor de kantine en sponsoren voor de manegeloterij op de wedstrijddag. ‘De instructrices en vrijwilligers zijn heel begaan met de deelnemers. Er is zelfs een tillift voor handen. Het voelt als een warm nest. Ik ga na afloop altijd met een heel goed gevoel naar huis.’ Er is momenteel ruimte voor nieuwe ruiters en vrijwilligers. ‘Kom gerust eens langs voor een gratis proefles!’ aldus Jeannette.
Wat wo-j mie vertell’n?
Voor de manege sponsoren vinden of spullen bietsen gaat haar gemakkelijk af, maar privé is Jeannette ingetogener, meer bescheiden van aard. Ze is sociaal bewogen en naar buiten toe gericht; ze houdt van saamhorigheid en maakt graag tijd voor een praatje. Dat gaat haar gemakkelijk af. Jeannette is van nature spontaan en ad-rem; een echte sfeermaker, met het hart op de tong. ‘Meestal kom ik er wel mee weg, met die directheid van mij. Bij mij gaat de tekst nou eenmaal niet altijd langs de hersens. Dat weten mensen. Bovendien bedoel ik ’t niet kwaad en kan ik zelf ook een hoop hebben. Ik maak me niet zo druk over wat mensen van me denken. Ik ben nogal no-nonsens en verwacht niet dat ze me al te serieus nemen. Op mijn werk vindt mijn baas dat ik teveel praat, maar de meeste collega’s vinden dat juist gezellig. Al kletsend gaat de tijd snel en blijft het werk leuk.’
In haar vrije tijd is Jeannette enthousiast deelnemer van de ‘haak en kwaakclub’ bij Breedwijs. ‘Vrijdagochtend vanaf 9 uur is er vrije inloop. Onder het genot van een kopje koffie kun je er lekker creatief bezig zijn. De één is aan het borduren, de ander aan het tekenen. Alles is mogelijk, maar de gezelligheid staat voor op.’ Dat laatste dekt de lading van ons hele gesprek, waarvoor ik Jeannette alvast hartelijk bedank.
Woar wil ie mie op an hebb’n?
Jeannette heeft haar schoonzus Anja Japink bereid gevonden deel te nemen aan de slinger. ‘Anja is eigenaar van Flowerpoint, een bloemenwinkel aan de Enschedesestraat, gespecialiseerd in zijdebloemen. Ze is bovendien een leuk mens.’
Wat breng ik van oe met?
Jeannette antwoordt: ‘Ik heb nog een vaas staan, die Anja mooi voor me kan opmaken.’ Slim idee Jeannette en bij deze vastgelegd.
Vanaf het Lossers voetpad gaat het gemakkelijk de bult af, de wijk in, richting Flowerpoint, alwaar ik een kijkje ga nemen… benieuwd naar het bloemrijke verhaal dat Anja me te vertellen heeft.