Zoeken

Jan Olde Kalter boeit met oorlogsverhalen

‘Fijn dat ik jullie iets mag vertellen over de Tweede Wereldoorlog’, begint de bevlogen nestor zijn lezing. Aan de hand van foto’s op het digibord weet wijkbewoner Jan Olde Kalter vervolgens de vijftig leerlingen van beide groepen 8 van basisschool De Leemstee ruim een uur te boeien. Niet zozeer met algemeenheden, maar juist met persoonlijke verhalen en ingrijpende gebeurtenissen uit onze regio.
Jan Olde Kalter

Luchtgevechten waren voor kinderen in oorlog spannend schouwspel

Maar: het is een voorrecht in vrede en vrijheid op te groeien

Zelf is hij vlak voor de oorlog geboren, in 1939. Zijn vader werd gemobiliseerd en gelegerd bij de verdedigingslinie aan de IJsseloever, in afwachting van de komst van het Duitse leger. ‘In die tijd was er een klein bataljon van slechts dertig soldaten als grensbewaking in De Lutte gestationeerd. Zij hadden een aantal simpele maatregelen getroffen om de doorgang te bemoeilijken, zoals springstof om bomen en putringversperringen in de wegen, maar daar lieten de Duitsers zich natuurlijk niet door weerhouden.’
 
Eerste verzetsdaad
 
Jan vertelt over de eerste Nederlandse verzetsdaad, niet ver van huis. ‘Toen op 10 mei 1940 de eerste eenheden per trein ons land binnen kwamen, werd hun reis wel bemoeilijkt. En dat door één moedige man; seinhuiswachter Gerhard Monninkhoff van De Leemsteeg (nu Boerskottenlaan). Toen Gerhard bij het seinhuis door de oostenwind hoorde dat er een onaangekondigde Duitse trein in aantocht was, heeft hij snel de wissels omgegooid, waardoor de trein tegen het stootblok tot stilstand kwam. Onder bedreiging van een geweer moest Gerhard van de woedende Duitsers zijn actie ongedaan maken, maar door de vertraging hadden de Nederlandse soldaten net voldoende tijd om de bruggen over de rivieren op te blazen en de Duitse invasie richting Engeland te vertragen. Gerhard zelf werd uiteraard verdacht van sabotage. Hij wist met een vervalst persoonsbewijs onder de naam Koopman tot het einde van de oorlog veilig in Agelo onder te duiken.’
 
Alles op de bon
 
Jan vertelt over de gevolgen van de oorlog voor de gewone mensen; over de gevaren en de schaarste. ‘De Duitse soldaten hadden er een handje van om op verlof onze spullen mee te nemen naar Duitsland. Zo bleef er steeds minder over voor de Nederlanders.’ Op een foto toont hij distributiekaarten en voedselbonnen. ‘Die blauwe waren voor de kinderen. In afgemeten hoeveelheden, voor alleen het hoog nodige zoals voedsel en kleding, niet voor snoep.’ Hij vraagt de leerlingen, gewend aan overvloed en luxe, zich een voorstelling te maken van zo’n situatie. ‘De mensen deden het er mee, maar werden ook steeds inventiever.’ Jan laat plaatjes zien van surrogaatproducten, de verbouw van tabaksplanten en het illegaal slachten in de nacht.
Vliegveld Twente

Een ander spannend stukje lokale historie speelde zich net buiten Berghuizen af. ‘Op vliegveld Twente, dat in 1921 is opgericht door de zweefvliegclub en in 1932 wel 32.000 toeschouwers trok, toen er voor het eerst een luchtschip, ofwel Zeppelin te zien was. In de oorlog werd er door zesduizend  arbeiders in allerijl een nieuw vliegveld gebouwd, met start- en landingsbanen, hangars, munitieopslagplaatsen en verdedigingswerken. Rondom Oldenzaal waren er wel dertig grote zoeklichten opgesteld, met Fliegerabwehrkanonen en een radarstation waarmee de Duitsers de geallieerden konden traceren en beschieten. Eenmaal ‘gevangen’ in een lichtbundel was het moeilijk ontsnappen.’

Jan blikt terug: ‘Ook al was ik nog een kleine jongen, ik weet nog goed dat er in het luchtruim grote vloten bommenwerpers overvlogen; honderden tegelijk met witte condensstrepen achter zich aan. De luchtgevechten die ontstonden, waarbij er vooral op de vleugels en de brandstoftanks werd gemikt, waren voor ons kinderen een bijzonder spannend schouwspel. We beseften niet dat boven ons hoofd jonge mensen vochten voor hun leven… en onze vrijheid.’

Bominslag

Jan vervolgt zijn verhaal: ‘Wanneer het luchtalarm ging, moesten we de schuilkelders in. Onze slaapkamers waren boven, maar tijdens de oorlog sliepen we met z’n allen op de begane grond, zodat we sneller konden vluchten. Eén keer hebben we heel veel geluk gehad. Op 13 mei 1943 ontplofte bij een luchttorpedo een brisantbom van 8000 pounds (3.629 kilo) bij de Koppelboer, vlak bij ons huis. Dat gaf zo’n harde knal dat tot in de wijde omtrek alle ruiten sneuvelden. Mijn broer lag in zijn ledikantje onder de scherven, maar gelukkig mankeerde hem niets. In Rossum bleek een Lancastervliegtuig met zeven jonge Engelsen aan boord te zijn neergestort. Die jongens zijn begraven op de begraafplaats in Weerselo. Wonder boven wonder zijn er die nacht geen burgerslachtoffers gevallen, maar het heeft wel grote indruk gemaakt.’

Samen stil staan

Daarom, zo besluit Jan, is het van groot belang dat ook de jeugd van nu iets weet van wat zich vroeger heeft afgespeeld. De leerlingen hangen geïnteresseerd aan zijn lippen en geven antwoord op de meerkeuzevragen die hen tussendoor worden gesteld. Ze blijken goed te hebben opgelet. Samen komen ze tot de slotsom dat het een voorrecht is om in vrede en vrijheid op te groeien. Dat is niet vanzelfsprekend, maar een groot goed. Belangrijk voor jong en oud om samen bij stil te staan.
 
Tekst en foto: Charon Olde Riekerink
 
Tips van Felix Nijland: wil je boeiende en leerzame jeugdboeken lezen over de Tweede Wereldoorlog, bestel dan bij de bibliotheek bijvoorbeeld:
• B. Dubbelboer Geheim Verzet
• Anne de Vries Reis door de nacht (omnibus)
• Els Pelgrom De kinderen van het Achtste Woud
• Jan Terlouw Oorlogswinter
• Ad van Gils drie delen De Vos van De Biesbosch 1. Een verzetsgroep in actie, 2. Jacht op een verrader, 3. Terug in bezet gebied.
• Piet Prins In nacht en stormgebruis, vervolgd door Holland onder het hakenkruis (omnibus).
 
Nieuwere jeugdboeken voor 12+ over de oorlog vind je door de link hieronder aan te klikken:
 
https://ikvindlezenleuk.nl/product-tag/tweede-wereldoorlog-voor-12/