Begin deze week hebben Harry Roelofzzen en Eric Klein Leugemors van het IVN Oldenzaal één van de drie insectenhotels in Park Stakenkamp gevuld. Zoals je op de foto kunt zien, zijn er verschillende materialen gebruikt. Naast veel houtstammetjes voorzien van gaten zijn er riet, stenen, zeeklei, dennenappels, stro en bamboe gebruikt. Allemaal bedoeld om het de hotelgasten zo aangenaam mogelijk te maken tijdens de winter.
Welke hotelgasten kun je zoal tegenkomen? Dat zijn vooral bijen, wespen en hommels. Solitaire bijen, wespen en hommels leven niet in een volk zoals de honingbij met een Koningin. Er zijn zowel mannetjes als vrouwtjes. Een bevrucht vrouwtje maakt een nestplaats in hout of steen ( zoals de behangersbij en de muurwesp), maar er bestaan ook soorten die een hol in de grond maken (zandbij, graafwesp). Vlinders die overwinteren zoeken graag beschutte plekjes, zoals spleten in woningen en schuurtjes of tussen dubbele muren.
Op insectenhotels als deze komen ook parasitaire insecten af. Koekoeksbijen en sluipwespen leggen hun eitjes op die van andere insecten, waarna deze als voedsel voor de larven dienen. Roofinsecten leven onder meer van de schadelijke bladluis. Oorwormen kan een plek worden geboden in fruitbomen door terracotta bloempotjes, gevuld met een prop stro of houtwol, omgekeerd op te hangen. Voor lieveheersbeestjes zijn kistjes bruikbaar die veel kleine ruimtes bij elkaar bieden, zij overwinteren graag in groepen. Pissebedden hebben nut als afvalopruimer in de tuin, ze zoeken ruime spleten tussen gestapelde stenen of dakpannen om te nestelen of te schuilen.
Na de kerstvakantie worden de twee andere hotels gevuld door leerlingen van groep 5 van basisschool De Leemstee. Het nu gevulde hotel dient daarbij als voorbeeld.