Net als zo’n twintig andere moestuinders heeft Gerard Kuipers een volkstuintje nabij manege De Boerskotten. Naast zijn eigen tuintje is Gerard actief in de tuinen van de Voedselbank op het terrein van de voormalige aspergekweker Bartelink. Dit vrijwilligerswerk is ooit ontstaan bij Zorgboerderij De Judithhoeve. Het overschot aan groenten die daar werden verbouwd, ging op zijn verzoek naar de Voedselbank Losser. ‘Nu doen we met vrijwilligers en de mensen van De Werkwijzer ons best om zo’n 140 gezinnen in Oldenzaal te voorzien van verse groente. Wat we aan oogst hebben, brengen we er naar toe. Best een karwei, waarvoor we altijd extra vrijwilligers kunnen gebruiken’.
Gerard is een optimistische man met een groot sociaal hart, die graag iets over heeft voor minderbedeelden uit onze maatschappij en met name die in Suriname. Al jaren knapt hij oude Nederlandse rolstoelen op, die in Suriname worden hergebruikt. ‘In 1968, toen Suriname nog Nederlands grondgebied was, was ik daar als militair een jaar gelegerd. Al heel lang wilde ik er graag weer eens naar toe, maar door omstandigheden kwam het er niet van. We hebben een zoon en twee dochters, waarvan onze Wouter op jonge leeftijd ernstig meervoudig gehandicapt is geraakt. We moesten zijn verzorging noodgedwongen uitbesteden aan Het Bouwhuis, waar hij tot zijn overlijden in 2015 naar omstandigheden prettig heeft kunnen wonen’. Ondanks dat er vanzelfsprekend veel tijd en aandacht naar hem uitging, is Gerard in 2010 toch op een soort van werkvakantie gegaan. Voor de Stichting Arbeidsmobilisatie en Ontwikkeling, een soort ambachtsschool in Paramaribo, mocht hij jongens leren lassen. Gerard vertelt: ‘Ik was aangedaan door het contrast in voorzieningen en wilde graag wat betekenen. Op mijn werk bij Welzorg heb ik een actie op touw gezet om vanuit dertig vestigingen door het hele land overtollig gereedschap te verzamelen en op te sturen. Nou dat heb ik geweten, de inbreng was enorm!’
Overjarige modellen
Het bleef niet bij gereedschap alleen. Welzorg bleek bereid tweedehands rolstoelen en overjarige modellen uit hun depot beschikbaar te stellen. ‘Op mijn oude werkplek, die na mijn pensioen nog steeds beschikbaar is, knap ik ze op of maak ik bijvoorbeeld van twee kapotte exemplaren een goede.’ Gerard heeft zelf een ruime opslagplaats en hij beschikt over een handig logistiek netwerk, mogelijk gemaakt door sponsoren, dat er voor zorgt dat de rolstoelen met busjes vervoerd kunnen worden. Daarna worden ze met andere vrachten in containers verscheept en tot op de binnenplaats van de Mr. Huber Stichting gebracht. ‘Er is veel armoede en corruptie. Op deze manier weet ik zeker dat alle rolstoelen gegarandeerd op de juiste plek terechtkomen.’
Gerard vertelt een anekdote over een vrouw die zich met een gehandicapt kind op haar arm aan de poort meldde. ‘De jongen was tot zijn achtste jaar door zijn moeder gedragen, zo vertelde ze. Hij kon terecht op een mytylschool, mits hij over een rolstoel beschikte. Ik zag meteen mogelijkheden om de jongen te helpen’. De moeder had echter geen geld bij zich en werd in eerste instantie weggestuurd’. Gerard reageerde vol onbegrip en wilde van de directrice weten waarom; de rolstoelen waren immers gratis vanuit Nederland beschikbaar gesteld. ‘Inmiddels weet ik dat het voorkomt dat arme mensen zelfs in staat zijn een gehandicapt kind te ‘lenen’ om een rolstoel op te kunnen halen, waarna ze het kind in de berm achterlaten en de rolstoel op straat verpatsen. Met een kleine eigen bijdrage hoopt de directrice een drempel op te werpen, waardoor het mogelijk is alleen de echte hulpbehoevenden te bedienen’.