Zoeken

Gerard Hofsté in de Stakenslinger

Charon slingert wat rond en slingert wat aan; een verbindingslint van interviews met wijkbewoners. Van de nieuwbouw naar de Nijverheidsstraat, alwaar ze een praatje maakt met Gerard Hofsté.

Gerard Hofsté, handige en hulpvaardig reparateur

‘In Berghuizen is weinig afstand tussen de mensen’

Gerard en ik delen sinds mijn komst naar Berghuizen een oprit, alwaar onze auto’s al jaren gebroederlijk naast mekaar staan. Als de garagedeur een lik verf nodig heeft, dan regelt Gerard dat. En elk jaar met oud en nieuw wordt er traditiegetrouw een vrachtje hout aangeleverd, waardoor we warm bij de vuurkorf van het carbidschieten aan de beek kunnen genieten. Gerard ziet wat nodig is en ‘fixt en faciliteert ’ het vervolgens, zonder zelf nadrukkelijk op de voorgrond te treden. Dat was ook wat zijn voorganger Judy zo aansprak. Logisch dat ze me naar onze nijvere noaber heeft verwezen.
 
Woar bin ie van?
 
Gerard is 61 jaar geleden als tweede zoon van Gerard sr. en Gerda geboren in de bovenwoning van klompenmakerij Koop, tegenover de Mariakerk. Zijn vader werkte eerst in de klompenmakerij, later in de Geldermanfabriek. Toen het gezin zich verder uitbreidde en de woning te klein werd, is het gezin Hofsté met vier zoons en een dochter verhuisd naar de Merelstraat en later de Ferdinand Bolstraat. Toen Gerard met zijn kersverse echtgenote Loes in 1982 het huis op de hoek van de Stakenkamplaan met de Helmichstraat betrok, was zijn rondje om de kerk compleet. Zoon Tom is inmiddels 31 jaar. Hij woont samen met zijn vriendin in Hengelo. Zoon Ad van 29 bleek net zo honkvast als zijn vader. Samen hebben ze een woning tegenover De Leemstee opgeknapt. ‘Dat was een omvangrijk, maar mooi project, waarmee Ad als starter flink wat geld heeft kunnen besparen.’
 
Woar kan ik oe van kenn’n?
 
Gerard was aanvankelijk werkzaam in de elektrotechniek, voor hij in samenwerking met het toenmalige Topcraft bij De Werkwijzer terecht kwam. Daar heeft hij geholpen de voorziening ‘Service in de Stad’ gestalte te geven. ‘Soms kan het lastig zijn om praktische dagelijkse zaken geregeld te krijgen,’ vertelt Gerard. ‘Met dit initiatief worden ondersteunende diensten aangeboden voor mensen met een (lichamelijke) beperking. Op verzoek komen we bijvoorbeeld langs voor een kleine reparatie, maar los van de dienst hebben we vooral een sociale en maatschappelijke functie. Vaak ben ik na een kwartiertje klaar met de klus, maar stelt de klant het op prijs dat ik nog even blijf voor een kop koffie en een praatje. Op die manier wordt indirect naar hen omgekeken. Het is dankbaar werk, dat veel voldoening geeft.’
Wijk
Gerard heeft als kind zowel gehandbald bij Quick’20 als gevoetbald bij FC Berghuizen. Later was hij twee jaar jeugdleider en vijf jaar groepsleider van acht elftallen in de A- en B-jeugd. ‘Ook was ik vrijwilliger bij de sinterklaasactie van de club. Een hele gezellige tijd.’
 
Nadat hem gevraagd was de stopcontacten in het clubgebouw van postduivenvereniging De Reisduif te vervangen, is hij twaalf jaar als vrijwilliger blijven hangen. ‘Ik heb er het elektronisch constateren geïntroduceerd. Met een zender in het hok en een ring om de poot van de duif kon precies gedetecteerd worden wanneer de duif terug was. In die tijd nog een curiositeit onder de leden, die het idee enthousiast omarmden.’ Thuis houdt Gerard geen duiven, wel heeft hij een grote volière en een vijver in zijn tuin.
 
Te midden van zo’n twaalf vrijwillige collega’s is Gerard tegenwoordig allround medewerker bij het Repaircafé. Van ver buiten Oldenzaal komen mensen elke woensdagmiddag naar de Nijverheidsstraat om in gezamenlijkheid kapotte apparaten te (leren) repareren. Met het juiste materieel en onder begeleiding van deskundige vrijwilligers doen ze nieuwe kennis en kennissen op. Gerard legt uit: ‘De één heeft verstand van elektronica, de ander van programmeren of mechanica. Samen vinden we in ruil voor een vrijwillige bijdrage inventieve oplossingen en hebben we een zinvolle dagbesteding.’
 
De koffie pruttelt, de sfeer is informeel. Aan de grote tafel in de centrale hal wordt gereedschap en hier en daar een grap uitgewisseld. De voorziening vergroot de duurzaamheid en past precies in de sociale participatiegedachte van de gemeente.
 
Wat wo-j mie vertell’n?
 
Het pand van de WBO, waarin ook het Repaircafé is gevestigd, kon begin vorig jaar voor een schappelijke huur in gebruik worden genomen. Sindsdien zijn er tal van maatschappelijke voorzieningen van de Vereniging Armoede Preventie Oldenzaal onder één dak gevestigd in ‘Ons Gebouw’. Mensen met een krappe beurs kunnen er onder meer gebruik maken van Kledingbank Oost-Twente, Voedselbank, Stichting Leergeld en Verjaardagsbox.
 
‘Iedereen komt binnen via dezelfde ingang, die uitkomt in een gezellige gezamenlijke kantine. Dat werkt drempelverlagend en komt de saamhorigheid ten goede. Er is bovendien één loket van waaruit mensen beter geholpen kunnen worden.’
Gerard leidt me langs de grote sorteerruimte van de Voedselbank, waar stapels kratten in diverse kleuren en formaten opgestapeld staan om ingepakt te worden. In de grote koeling kunnen bederfelijke producten worden opgeslagen. De voorziening maakt een goed geoutilleerde en efficiënte indruk. ‘’t Is jammer dat het nodig is, maar mooi dat het er is,’ aldus Gerard, die voor ‘Service in de Stad’ zelf ook veel  ‘verborgen leed achter de voordeur’ tegenkomt. ‘Mochten er zorgen zijn over de leefsituatie of zelfredzaamheid van mensen, kan ik een zorgsignaal afgeven voor een andere vorm van ondersteuning. Zo houden we binnen de vereniging een oogje in het zeil bij oudere of kwetsbare inwoners van Oldenzaal.’
 
Er is ruimte voor opslag voor de tweedehands kleding van de Vincentiusstichting. Ik krijg spontaan zin om er tussen te neuzen, maar voor ik het weet sta ik tussen materieel voor mobiliteit. ‘Sinds januari hebben we naast de fietsenwerkplaats ook een rollator-pitstop. Terwijl kapotte rollators tegen een kleine vergoeding  worden gerepareerd, krijgt de eigenaar een ruilrollator mee naar huis.’
 
Eveneens onder de indruk ben ik van de grote opslagruimte met huisraad en textiel op de eerste verdieping van het pand. ‘Mensen die acuut spullen nodig hebben, omdat ze bijvoorbeeld hun huis kwijt zijn of als statushouders in onze stad worden gevestigd, kunnen hier bij de huisraadbank terecht voor hun inrichting. Aan iedereen wordt gedacht.’ vertelt Gerard, terwijl hij naar de vrolijk gekleurde gordijntjes wijst, die bij uitstek geschikt zijn voor een babykamer.
 
Gerard vindt het van belang te laten weten dat inbreng van huisraad en witgoed in ‘Ons Gebouw’ van harte welkom is. ‘Alles wordt nagekeken en wat kapot is wordt eerst opgeknapt voor hergebruik. Iedereen kent het waardevolle principe van De Beurs. Hier wordt in principe hetzelfde gedaan, maar kosteloos verstrekt voor een dankbaar tweede leven.’
 
Over de wijk vertelt Gerard: ‘Hier in Berghuizen is er weinig afstand tussen mensen en staat het noaberschap nog redelijk hoog in het vaandel. Er zijn veel actieve, ondernemende mensen, die wat over hebben voor een ander. Dat spreekt mij aan.’
Om zijn vertrouwde leefomgeving nog mooier te maken mag wat Gerard betreft de Groene Loper wel doorgetrokken worden van Boerskotten tot de binnenstad. ‘Als de Helmichstraat een fietsvriendelijke, verkeersluwe straat met ‘auto’s te gast’ zou worden, zou dat de wijk naar mijn idee extra glans geven.’
 
Woar wil ie mie op an hebb’n?
 
Gerard nomineert Gerard Schopman uit de Dellenbeekstraat als de volgende in de slinger. ‘Want het wordt tijd dat je eens een bezoek brengt aan de andere kant van de Burgermeester Wallerstraat,’ is zijn motivatie. Beide Gerard’s hebben tijd en energie gestoken in het opknappen van boerderij Stakenboer, alwaar ze gezamenlijk de elektriciteit hebben aangelegd.
 
Wat breng ik van oe met?
 
Gerard Schopman wordt in ruil voor zijn verhaal, over onder meer zijn actieve rol bij de kerstmarkt, een lekker wijntje beloofd. Terwijl ik met opnieuw een flesje drank in de fietsentas de Burgermeester Wallerstraat oversteek, schenkt zijn naamgenoot voor Loes en hemzelf een welverdiende Beerenburger in.

Tekst en foto’s: Charon Olde Riekerink