Afgelopen jaar is er een heel mooi bloemenlint opgekomen. Heel belangrijk voor insecten, vlinders en bijen. Die op hun beurt weer belangrijk zijn voor de natuur en de voedselvoorziening. Om het zaaien mogelijk te maken, hebben leerlingen van de afdeling groen van het Twents Carmel College de grond geschikt gemaakt door onder andere veel gras te verwijderen. Dat laatste is een hele klus geweest.
‘Laten we hopen dat we dit jaar weer kunnen genieten van vele mooie, rijk gekleurde bloemen, onmisbaar voor eerder genoemde nuttige insecten’, zegt Harry Roeloffzen van het IVN Oldenzaal-Losser e.o. Langs de sloten zijn door leerlingen van de afdeling groen, keurig op een rij, wilgentakken in de grond geplaatst. Dit worden over een aantal jaren knotwilgen. De takken zijn afkomstig van de knotwilgen langs de Stakenbeek en van de familie Jambor aan de Schapendijk.
Bijna elke knotwilg is ooit begonnen als poot; een kale dikke tak van ongeveer drie meter, die een meter diep in de grond gezet wordt. Na het planten zie je een kale poot van ongeveer twee meter. De meesten lopen al uit en vormen hun eerste blaadjes. Over een paar jaar zijn het mooie boompjes met een kleine knot. Rob Olde Monninkhof, hovenier van WBO Wonen, heeft de takken juist zo op lengte gemaakt dat het uitzicht van de flatbewoners er niet door gehinderd wordt. Het gezegde ‘boompje groot, plantertje dood’ gaat dus niet op voor knotwilgen.