Huub Geertshuis (71) uit onze wijk Zuid-Berghuizen is helemaal in de ban van de danssport. Zondag 18 september behoort hij met zijn levens- en danspartner Marjo Nijland in zalencentrum Rouwhorst in Oldenzaal tot de deelnemers die strijden om de Grote Prijs van Twente. Danssport, dat is heden ten dage topsport.
Is dansen inderdaad topsport en wat doen en laten jullie er allemaal voor? En met welke persoonlijke kwaliteiten vullen jullie elkaar aan?
Huub Geertshuis: ‘Sinds januari 1999 dansen wij bij dansschool Rouwhorst in Oldenzaal. Ofschoon we in onze jeugd wel dansles hebben gehad, zijn we toch weer begonnen met de gebruikelijke ballroomcursussen, brons, zilver en goud. Dat ging zo goed, dat er een voorstel kwam van onze dansleraren Rob en Ragonda Rouwhorst om mee te doen aan een wedstrijd. En dat gebeurde op 18 september 2001 in Oldenzaal bij Rouwhorst tijdens de Grote Prijs van Twente. Met rugnummer 137 dansten we naar de halve finale in de S1 (35+) D-klasse. Dit smaakte naar meer.
De trainingsfrequentie werd opgevoerd naar twee, drie of vier keer per week en we sloten ons aan bij de wedstrijddansers van Danssportteam Rouwhorst. Vanaf die eerste wedstrijd toeren we nu een paar keer per maand in de weekenden door heel Nederland om deel te nemen aan de wedstrijden van de Nederlandse Algemene Danssport Bond, de NADB. Daarnaast nemen we ook deel aan internationale wedstrijden van de WDSF (World DanceSport Federation). Jaarlijks in Wuppertal en Antwerpen. Stuttgart, Wenen en Blackpool staan op het verlanglijstje. Dit betekent wel dat de sociale contacten met familie en vrienden op een laag pitje komen te staan. Iets voor later om in te halen. Belangrijk is ook de factor gewicht. Elke morgen op de schaal. Wedstrijdgewicht is voor Marjo 60-61 kg. en voor mij 74-75 kg. Dit betekent, dat we veel aandacht besteden aan voeding.
Als danskoppel vormen we een team, waarbij de kracht van Marjo ligt in de analyse en ik ben meer van het speelse. Af en toe knettert dat wel eens, maar in z’n algemeenheid gaat dat goed. We halen het beste in elkaar naar boven.’
Op welk niveau dansen jullie en welke weg daar naar toe heb je bewandeld? En waar dansen jullie? Ook in het buitenland?
‘Nadat we van de D-, C-, B- naar de A-klasse waren gepromoveerd, zijn we op 12 maart 2016 in Badhoevedorp gepromoveerd naar de S3 (55+) Hoofdklasse, het hoogste niveau in Nederland. Om op dit niveau te blijven trainen we veel. We hebben elke week groepsles van Rob Rouwhorst en eens in de drie weken privéles van Euvgenia Parakhina (bekend als jurylid van Dancing with the Stars). Daarnaast trainen we nog voor onszelf. Bovendien nemen we eens per jaar deel aan een trainingskamp in Münster, onder leiding van Mark Schulze-Altman.’
Jij komt uit het onderwijs en was jaren voetbaltrainer, onder meer bij FC Berghuizen. Waarom nu dansen en geen voetbal meer? Heb je de voorliefde voor dansen vanuit huis meegekregen?
‘Ik heb meer dan 42 jaar op de Aloysiusschool in Weerselo gewerkt. Prachtige tijd. Mijn voetballoopbaan is begonnen in De Lutte. Zes jaar in het eerste van VVDL (nu SV De Lutte) gespeeld, geblesseerd geraakt, noodgedwongen gestopt met voetballen, trainingscursussen gevolgd en achtereenvolgens trainingen gegeven bij RSC, FC Berghuizen, Zenderen Vooruit, De Tukkers Albergen en Wierden. Na twaalf jaar vond ik het welletjes. Leuk, maar ook een hoop gedoe.
In 1993 leerde ik Marjo Nijland kennen. Zij is geboren en getogen in Zuid-Berghuizen aan de Burgemeester Peese Binkhorststraat, dochter van schilder Gerrit Nijland en Rikie Beuvink. Inmiddels wonen we al bijna dertig jaar samen. Het grappige is, dat jongens uit De Lutte vroeger gek waren op meisjes uit Oldenzaal, van achter het “spaar” (Berghuizen dus). Omdat ik vroeger nogal bleu was, heb ik waarschijnlijk destijds veel kansen voor open doel gemist. Te druk met voetballen, omdat de bal mijn grootste vriend was. Maar uiteindelijk is alles goed gekomen.
Omdat ik een groot liefhebber ben van sport in het algemeen en het actief bedrijven van sport in het bijzonder, is dansen voor mij een mooie uitkomst. Door mijn knieblessures (kruisbanden links en knieprothese rechts) is voetbal geen optie meer, vanwege de vele onverwachte bewegingen. Bij dansen daarentegen is veelal alles gecontroleerd in een vaststaand programma en op een gladde vloer. Dat we begonnen zijn met dansen berust ook min of meer op toeval. Marjo’s zoon Bart zat op dansles bij Kolmschot en Ans Kolmschot vroeg of dansen ook iets voor ons was. Van het één kwam het ander. Op zich ook weer niet zo vreemd, omdat bij ons thuis vroeger wel graag gedanst werd. Waar? Vooral op bruiloften bij Kothman (familie) in Berghuizen.’
In de jury van de Oldenzaalse sportverkiezingen werd dansen vele jaren niet echt beschouwd als sport. Tot Rob en Ragonda Rouwhorst hele hoge ogen gingen gooien. Word je nog wel eens met dit vooroordeel geconfronteerd en hoe ga je er dan mee om? Wat vind je directe omgeving van jullie sport?
‘Mijn vrienden en kennissen vinden het mooi wat wij allemaal doen. Via social media is het allemaal goed te volgen. Er worden altijd veel professionele foto’s en mooie filmpjes gemaakt. Hierdoor wordt het onbekende bekend en gaan mensen het meer waarderen. Mensen die mij kennen van de voetbal reageren vaak verwonderd en aan hen moet je dan uitleggen wat het allemaal inhoudt. In januari hadden we een trainingskamp in Münster, waar we les kregen van de wereldkampioenen Zharkov-Kulikova. Google die namen en je weet wat er wordt bedoeld.’
Wat zijn je verwachtingen in die grote wedstrijd later deze maand bij Rouwhorst? Wij hoorden dat jij nogal fanatiek bent, in de goede zin van het woord. Tot hoe lang gaan jullie door?
‘Eerzucht is een eigenschap van mij en ook van Marjo, die het beste in ons naar boven haalt. Het motiveert ons om steeds maar te blijven trainen en te verbeteren. We gaan door tot het fysiek niet meer mogelijk is. Op 18 september bij de Grote Prijs van Twente in zalencentrum Rouwhorst hopen we de finale te behalen. Dat betekent dat we moeten doordringen tot de laatste zes van de categorieën waarvoor we inschrijven, namelijk de S4 (65+) en de S5 (70+).’