De Mariakerk in Zuid-Berghuizen vormt donderdag 7 oktober het toneel voor een informatiebijeenkomst van het Nierteam aan Huis van het Universitair Medisch Centrum Groningen(UMCG). Centraal hierbij staat wijkbewoner Felix Nijland (63). Hij is nierpatiënt en wacht al anderhalf jaar op een niertransplantatie. Sindsdien is hij aangewezen op nierdialyse; drie keer á vier uur per week. ,,In afwachting van een nieuwe nier ben ik bezig te overleven”.
BERGHUIZEN
Door Alphons Weierink
Als hij de deur van zijn woning aan de Uiverstraat in hartje Berghuizen opendoet komen de antiquarische jeugdboeken de bezoeker letterlijk tegemoet. Beneden en boven; kasten vol met complete series van onder andere Arendsoog. Jeugdboeken zijn de grootste hobby van afgestudeerd onderwijzer Felix Nijland. ,,Dit hier”, wijst hij op een stapel volle kratten in de hal, ,,gaat weg. Die heb ik dubbel.”
Hij loopt wat moeilijk de woonkamer in. Dat is het onvermijdelijke gevolg van nierfalen waaraan Felix Nijland in toenemende mate lijdt. Hij wordt daardoor zeer in zijn bewegingen beperkt. ,,Bij het op- en afstappen van mijn fiets ben ik al drie keer gevallen.” Maar hij merkt het ook aan de fijne motoriek. Zijn handen trillen als hij een boek openslaat. En daarnaast werd hij in het afgelopen half jaar ook nog eens twee keer getroffen door ander fysiek malheur. Eerst was er een Corona-besmetting en zes weken geleden viel hij thuis achterover van de trap, met een fikse hoofdwond en een hersenschudding als gevolg. ,,Ik heb een ongelooflijke engelbewaarder gehad.’’
Toch laat de man die ruim 35 jaar verslaggever was bij Tubantia zich ‘niet kisten’ zoals hij zelf zegt. Want als er één iemand is in de wijk die actief is en zich op verschillende fronten als vrijwilliger verdienstelijk maakt voor de samenleving in Zuid-Berghuizen dan is hij het wel. Felix Nijland is – om maar enkele functies te noemen – secretaris bij de Stichting Kansrijk Berghuizen, zit bij de projectgroep herontwikkeling Mariakerk, is voorzitter van de Stichting Muziekkoepel Oldenzaal en hij schrijft de digitale wijkkrant Hallo Berghuizen vol. Ook al is hij alweer enkele jaren weg bij de krant, journalist ís en blijft hij. ,,Dat ben je voor je leven.’’
Dat Felix Nijland zo actief is, is een bewuste keuze. ,,Ik heb me altijd in mijn lot geschikt en heb ook altijd gewoon gewerkt zonder klagen. Ik ben ervan overtuigd dat zo goed mogelijk met alles doorgaan en initiatieven blijven ontplooien het beste is voor mij.” Hij vertelt dan spontaan over wat een maatschappelijk werker van het Medisch Spectrum Twente tegen hem zei voor hij anderhalf jaar geleden met dialyseren begon: ,,Hij zei tegen me dat er twee soorten nierpatiënten zijn. De een verwordt tot een kasplantje en de ander gaat door tot hij er bij wijze van spreken bij neervalt. Tot die laatste categorie reken ik jou.” Hij lacht even: ,,Ja, daar kan ik me wel in vinden”.
Een lichamelijke aandoening is geen reden om feest te vieren, anders had Felix Nijland dat volgend jaar wel gedaan. Want dan is het een halve eeuw geleden dat hij voor het eerst werd geconfronteerd met zijn nierproblemen. Zijn leven wordt er sindsdien door bepaald. ,,In 1972, ik zat op de middelbare school, ben ik drie maanden ernstig ziek geweest. Ik kon geen eten en geen drinken binnenhouden en viel heel erg af. De uiteindelijke diagnose was: IGA-nefropathie oftewel de Ziekte van Berger. Dat is een aantasting van de nieren. De nierfunctie zou in de loop van de jaren steeds minder worden.”
En dat gebeurde in de praktijk ook ofschoon Felix Nijland ondanks zijn nierfalen nog vele jaren zo goed mogelijk en ‘gewoon’ kon leven en werken. Dat kon vooral ook dankzij goede maar zware medicatie – meer dan 20 tabletten per dag – die nefroloog Hans Brink in Enschede hem voorschreef. Vorig jaar maart bleek dat er verkalking optrad in het lichaam van Felix Nijland. Een dag later lag hij in het ziekenhuis en werd hij met spoed gedialyseerd. Dat was het begin van een dialysetraject van drie keer vier uur per week waarin zijn bloed in het ziekenhuis door een machine kunstmatig wordt gezuiverd. Een taak die, als ze gezond zijn, door de nieren wordt gedaan.
Felix Nijland komt in aanmerking voor een niertransplantatie; hij staat vanaf zijn eerste dialyse op een wachtlijst. Hij hoopt vurig dat er ooit een nier beschikbaar komt die zijn leven en welzijn aanmerkelijk kan verbeteren. Wanneer dat kan zijn? ,,Ik heb werkelijk geen enkel idee. Dat kan vandaag of volgende week zijn, of volgend jaar. De gemiddelde wachttijd voor een nier is vier jaar; dus maximaal heb ik nog tweeënhalf jaar te gaan. Elk moment kan ik een telefoontje krijgen dat ik naar het UMC in Groningen moet komen. Dat moet zo snel mogelijk. Ik heb altijd een tas met spullen klaarstaan voor in het ziekenhuis. Ook het vervoer naar Groningen is geregeld.”
Twee keer gloorde er hoop. En meldden zich vrijwillig twee zogeheten altruïstische donoren, die wel een nier aan Felix Nijland wilden afstaan. ,,Een collega wilde wel een nier aan mij doneren, maar helaas matchte dat niet. Later meldde zich een oud-medestudent. Ook hij wilde wel een nier aan mij afstaan maar zijn vrouw kon zich daar om voor mij begrijpelijke redenen niet in vinden, dus dat ging ook niet door.”
In afwachting van een nieuwe nier blijft hij dus aangewezen op de dialyse in het MST. Om half twee met de taxi er heen, vier uur aan de dialyse tot kwart over zes en om zeven uur ’s avonds weer thuis, vaak uitgeput en dan vroeg naar bed. Ook tussen de dialyses door blijft hij – chronisch – moe. ,,De dialyses zijn zwaar. Dan zie je ook bij al die andere nierpatiënten; wel 70 worden er dagelijks gedialyseerd. Ze komen uit Rossum, Losser, Denekamp, Haaksbergen, Oldenzaal of waar ook. Je hebt geen keus hè. Als je besluit ermee op te houden is je lot onvermijdelijk; dan overlijdt je binnen twee weken. Ik stel me heel actief op tijdens de dialyses. Ga bewust op een stoel zitten en ga niet in bed liggen. Ik doe in die vier uur van alles.
Ik telefoneer, ik lees en onderzoek dingen. En ik heb mooie gesprekken met het verplegend personeel, dat trouwens fantastisch werk verricht daar.”
Felix Nijland is blij met het aanbod van het Nierteam aan Huis van het UMCG om in Oldenzaal, nota bene in zijn zo geliefde wijk Zuid-Berghuizen, voorlichting te komen geven. Over nierpatiënten, hun beperkingen, hun mogelijkheden en kansen en over de donor en ontvanger bij een niertransplantatie. Toch waren er aanvankelijk ook twijfels. Want: ,,Ik moest er wel even goed over nadenken of ik me zo kwetsbaar wilde opstellen en ook of ik met dit verhaal naar buiten wil. Ik doe het toch; niet alleen voor mezelf maar ook voor anderen. Het is goed dat zoveel mogelijk mensen weten wat een nierpatiënt moet doorstaan. Ik doe het perse niet met de bedoeling dat zo’n avond mij een nieuwe nier oplevert. Dat is een keuze die mensen helemaal zelf moeten maken.”
Voor de informatiebijeenkomst donderdag 7 oktober (aanvang 19.00 uur) heeft Felix Nijland 50 á 60 mensen zelf uitgenodigd. Er komen ook dialyseverpleegkundigen uit Almelo, die in het ziekenhuis daar met een Nierteam aan Huis willen beginnen. Maar hij hoopt dat er veel meer belangstellenden komen; uit Berghuizen of waar ook vandaan. Hij knikt: ,,Het zou me heel erg helpen in dit ingrijpende proces. Voor mezelf hoop ik ooit een nieuwe nier getransplanteerd te krijgen. Dat betekent een nieuw leven voor me; een leven zonder dialyses en andere beperkingen. Hoe fijn zou dat zijn.”
Alphons Weierink, die dit artikel schreef en Felix Nijland waren vele jaren collega’s bij Tubantia.