Politiechef Huttenhuis spreekt bij zijn afscheid in 2004. De bijeenkomst was, hoe kan het anders, in zaal Kothman in Zuid-Berghuizen.
Zoon Rob Huttenhuis belt. Hij brengt een zware boodschap. Gerard Huttenhuis, je kunt je het haast niet voorstellen van zo’n stoere, krachtige en vitale man, is overleden. Vorig jaar brak hij een been. Daarna openbaarde zich wat mogelijk al gesluimerd heeft, een longziekte. En toen ging het sneller dan menigeen had gewild en gedacht.
‘Want: met Gerard Hutt’nhoes ko’j zo mooi kuier’n. En dat kan noe nig meer.’
Gerard was een liefhebber van de Twentse streektaal. Daaraan gaf hij uiting door het voorzitterschap van de dialecgroep van de historische vereniging De Dree Marken in De Lutte. En hij doceerde het Twents graag aan zijn kleinkinderen. Eens en vooral was hij echter politieman. Hoewel hij aanvankelijk in de geest van zijn oom Bernard het liefst boer was geworden. Na de politieopleiding werkte hij 30 jaar in Enschede, straatagent, de motorbrigade, chef in de toen nog vaak rumoerige binnenstad. Daarna was hij tien jaar de baas binnen de afdeling Hengelo Centrum-Zuid. In 2004 nam hij afscheid in de rang van hoofdinspecteur, hoe kan het anders, in zaal Kothman in zijn wijk Zuid-Berghuizen.
Thuis aan de Oldenzaalsestraat lag zijn basis. Een rustplek, waar kinderen en kleinkinderen graag kwamen. Geboren in het gezin van kleermaker en modeondernemer Toon Huttenhuis hechtte Gerard aan een goede sfeer met veel gezelligheid binnen de familie. Het is dan ook niet vreemd dat hij er op Nieuwjaarsdag liefst 53 jaar op uit trok met zijn broers, neven en zijn zwager. Hoed op, op de fiets over lanen en paden in Noordoost-Twente, de streek waar hij zich thuis voelde. Thuis voelde hij zich ook in de klootschietwereld , bij de club van bakker Hollink, Ons Genoegen. Bij het honderdjarig bestaan droeg hij zijn taak als voorzitter over.
Ik zoek op de computer het Friesenlied op van accordeonist Addy Kleijngeld. Gerard speelde ook accordeon en als lid van een accordeonvereniging zong hij menigmaal in onder meer verzorgingshuizen op deze melodie zijn zelf gecomponeerde ‘Mien Oaldershoes.’ Dan was hij in zijn sas, dan voelde hij zich goed.